- kerken en Sanctuarium -

Andere kerken

San Rocco

De kerk van San Rocco ligt achter de apsis van de Provost kerk, op een verhoogde positie, in de buurt van het kleine bruggetje daterend uit de Romeinse tijd over de beroemde Orrido.

Het werd in 1484 gebouwd, zoals de inscriptie in de stenen balk boven de ingang vermeldt, terwijl de consecratie in 1502 was. Vanaf 1587 vestigde de Broederschap dei Disciplini o Disciplinati zich hier: een groep leken die volledig gericht was op het gebed en boetedoening, die vervolgens in 1786 opgeheven werd op bevel van de Oostenrijkse regering. De zaal van de broederschap was op de bovenste verdieping, boven de huidige zuilengang, maar hier is niets meer van over behalve een aantal prenten waarop te zien is hoe de kerk er ooit uitzag.

In 1968 worden er restauratiewerkzaamheden uitgevoerd en de kerk is tegenwoordig gewijd aan de gevallenen van alle oorlogen en is een ongewoon voorbeeld van een religieuze tempel die tegelijkertijd burgerlijk is.

In dit opzicht zijn dan ook opmerkelijk de twee bommen voorafgaand aan het portaal en de verzameling vlaggen, documenten, aarden van de slagvelden, foto’s en andere voorwerpen die gevonden werden op de plekken van de twee wereldoorlogen en tentoongesteld zijn in de kerk. Op de muren van het Heiligdom zitten stenen platen met de namen van de gevallenen uit Bellano ingegraveerd.

De wijding aan de Heiligen Rocco en Sebastiaan is terug te leiden tot de plaag van de pest die dit gebied teisterde en tot de aanwezigheid van de Sentiero del Viandante die over het Romeinse bruggetje loopt en onder de zuilengang van de tempel door. Er zijn dan ook veel kerken en kapellen gewijd aan deze Heiligen langs het oude pad.

De binnenkant is eenvoudig en bestaat uit een enkel schip met verhoogde apsis met een paar treden. Het noemen waard is de fijn bewerkte balk die het grote triomfantelijke Kruis draagt vóór het presbyterium, evenals het houten altaar met de standbeelden van de herrezen Christus en van de Heiligen Rocco en Sebastiaan, die allemaal uit de zeventiende eeuw dateren; het frontaal van San Rocco dateert daarentegen uit de achttiende eeuw. Helaas zijn het altaarstuk met de Onze-Lieve-Vrouw met Kind en de Heiligen aan wie de kerk gewijd is en de schildering van de apsis vermeld in het pastorale bezoek van 1611 verloren gegaan.

Alhoewel ze meer recent zijn, verdienen de twee grote doeken aan de zijkanten van het altaar, gemaakt door de schilder Giancarlo Vitali uit Bellano, alle aandacht.

Voormalige kerk van San Nicolao

De voormalige kerk van San Nicolao ligt aan de rand van het historische centrum en is bereikbaar via een dicht netwerk van straatjes. Hij ligt op het punt waarop de oude weg richting het noordelijke deel van het meer en daarna de Valtellina zich voegde in de smalle straatjes van het dorp: op die plek, aan de zijkant van de kerk, zat een van de belangrijkste toegangspoorten naar Bellano, terwijl aan de linkerkant men toegang kreeg tot de sacristie en het kleine klooster, die inmiddels niet meer bestaan.

Het feit dat de kerk gewijd was aan San Nicolao houdt verband met de nabijheid van de Sentiero del Viandante, en zo was het dan ook gewoon om, in het Alpengebied, gebouwen te vinden gewijd aan de Heilige in de buurt van trajecten of doorgangswegen voor reizigers en bedevaartgangers.

Het gebouw heeft veel meegemaakt, zowel historisch als structureel gezien. In 1295 weet men reeds van het bestaan ervan, want in dat jaar wordt, voor fiscale doeleinden, een lijst gemaakt waarop het bestaan van een klooster, het zgn. Convento degli Umiliati, op de plek van de kerk wordt vermeld. Deze religieuze gemeenschap floreerde gedurende vele eeuwen in Bellano, tot deze in 1571 onderdrukt werd op bevel van Paus Pius V. Vanaf dat moment komt het klooster onder de bevoegdheid van de commandeurs om vervolgens, aan het einde van de 18e eeuw privébezit te worden, ook al werden er tot halverwege de negentiende eeuw religieuze praktijken uitgeoefend in de kerk. Na de ontheiliging van de kerk, wordt het een pakhuis van Setificio Gavazzi (de zijdefabriek van Gavazzi), en de rest van het klooster wordt afgebroken.

De voorgevel met de hoofdingang en het eerste deel van de kerk zijn een toevoeging aan het hoofdgebouw van het primitieve heiligdom, en ze dateren waarschijnlijk uit de zestiende eeuw. Het middelste en achterste gedeelte, bestaand uit twee traveeën, zijn niet op een lijn met elkaar, waarschijnlijk komt dit vanwege de aanwezigheid van een belangrijke weg die aan de zuidkant liep. De twee ruimtes, toegevoegd in de loop der tijd waardoor het hoofdgedeelte van de kerk meer richting het westen strekt, worden geïntroduceerd door een soort versierde triomfboog: de aanwezigheid van de fresco’s daterend uit de laat veertiende eeuw bevestigen de oude funderingen van het complex, en de versieringen aan de westelijke muur van het laatste toegevoegde gedeelte, daterend uit de zestiende eeuw, lijken te bevestigen dat de werkzaamheden werden gedaan tijdens het tijdperk van de Umiliati omdat er broeders behorende tot die Orde herkend kunnen worden.

Van binnen, wat nu direct onder het dak is, was vroeger opgedeeld waardoor er twee niveaus waren, terwijl het presbyterium, dat met twee treden verhoogd is, het opmerkelijke bakstenen kruisgewelf heeft behouden.

Om de architectonische ontwikkeling van de kerk nog beter te begrijpen, kan de buitenkant van de zuidelijke muur geanalyseerd worden, die grenst aan de oude weg. Deze muur vertelt namelijk de opeenvolging van de verschillende bouwmomenten. Hij bestaat uit rijen keien en stenen, grotendeels gerangschikt, onderbroken door de geforceerde, en dus latere, plaatsing van het poortje en de twee vensters omlijst door bewerkte, gehouwen stenen. Ook al zijn de architectonische vormen, zoals het gebruik van de ronde boog, prachtig Romaans, verraden de technieken en de elementen gebruikt bij het maken van de openingen, die typisch zijn voor een later tijdperk, dat ze later werden toegevoegd.

Ook al zijn de meeste versieringen verloren gegaan, zijn er van binnen toch nog een aantal fragmenten van de veertiende-eeuwse muurschilderingen.

In het eerste portaal kunnen de Verlosser, zes profeten en de Annunciatie herkend worden, in de nis van de linker muur van de tweede ruimte het Agnus Dei en twee Heiligen, in de apsis fragmenten van heiligen en tekenen van een groot Kruis. Deze werken maken deel uit van de oudste muurschilderingen in de provincie. Daarna komen de grotesken en de twee Heiligen aanwezig in de eerste ruimte, die zouden dateren uit de zestiende eeuw; de versieringen en de portretten van de tweede ruimte zouden daarentegen uit de zeventiende eeuw dateren. De meeste versieringen en het altaarstuk, genoemd in de pastorale bezoeken die in de loop der tijd plaats hebben gevonden, zijn er helaas niet meer.

Het gebouw is nu eigendom van de gemeente en wordt gebruikt voor verscheidene culturele initiatieven.

San Gottardo (St. Gotthard)

De San Gottardo is de kerk van het dorpje Oro. Deze kerk werd gebouwd in de zestiende eeuw en hier werd het oude missaal teruggevonden met de vermelding van de verwoesting, in 1341, van de Provost kerk van de Heiligen Nazarius en Celsus door een hevige overstroming van de Pioverna.

De kerk van St. Gotthard werd gebouwd tussen 1569 en 1579 en van de oorspronkelijke lay-out is alleen nog het gewelf met pendentieven van het presbyterium over, terwijl de rest van de constructie het resultaat is van een renovatie in de zeventiende eeuw.

De voorgevel is eenvoudig, met zadeldak, met centrale poort van steen met daarboven een groot diocletaans raam; aan de rechterkant wordt hij geflankeerd door een klein gebouw met de sacristie op de begane grond en een kleine klokkentoren. Van binnen eindigt het schip in het presbyterium waar op het hoogaltaar, omlijst door een aedicula met marmeren zuilen, fries en timpaan, een achttiende-eeuws altaarstuk staat met de Pietà en de Heiligen Gottardo en Benedetto, en ernaast twee andere schilderingen die uit dezelfde tijd dateren en de Heiligen Lucia en Caterina da Siena aan de ene kant en San Fermo aan de andere kant, afbeelden.

San Domenico

De kerk van San Domenico ligt in het dorpje Pendaglio. Hij werd gebouwd tussen 1680 en 1681, dankzij offeranden van de inwoners en heeft zijn sobere laatbarokke vormen behouden.

Het is een zeer klein oratorium dat een adembenemend panorama biedt over het meer.

Van buiten heeft de iriserend witte voorgevel een zadeldak constructie met klokkentoren, twee stenen banken die het portaal omlijsten met erboven twee rechthoekige vensters. De enige versiering is een mozaïek met een kruis, gemaakt met stenen en kiezels.

Van binnen is er een enkele, rechthoekige zaal, die eindigt in de rechthoekige apsis met kruisgewelf, voorafgegaan door mooie balustrades en door een Triomfantelijk Kruis dat rust op een balk. Het altaarstuk, daterend uit de zeventiende eeuw, toont de Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans met San Domenico.

San Carlo Borromeo

De kerk van San Carlo Borromeo ligt in het dorpje Pradello. De bouw werd voltooid in 1611 en het is een van de eerste kerken gewijd aan deze Heilige, na zijn heiligverklaring in 1610.

De originele lay-out is over de loop der tijd veranderd door uitbreidingen en restauraties, die voornamelijk uit de achttiende en negentiende eeuw dateren: de kapel van de Heilige Maagd van de Heilige Rozenkrans dateert uit 1762 en die van San Grato uit 1762. Waarschijnlijk nam de kerk een eerder gebouw in zich op, waarvan op de linker muur nog een fragment van een muurschildering met een heilige te zien is. De gevel is eenvoudig: geflankeerd door een elegante klokkentoren en omlijst door twee scheibogen, met centraal portaal van steen met een driehoekig timpaan erboven; daarboven zit een diocletaans raam. De kerk, van binnen met één schip, heeft drie altaren.

In 1997 werden het schilderij van San Carlo met de versieringen die het omringden en het schilderij van San Grato, die zich bij het altaar aan de rechterkant bevond, gestolen. De kunstwerken die er nu hangen zijn kopieën. Op het altaar aan de linkerkant staat een standbeeld van Sant’Antonio Abate.

San Bernardino

De kerk van San Bernardino ligt in het dorpje Ombriaco. Opmerkelijk is dat de inwoners van het dorpje een andere heilige aanbidden: San Vincenzo.

Ondanks het feit dat het oratorium van het begin af aan gewijd was aan Bernardino en Sebastiano, staat er nu op het hoogaltaar het schilderij van het Martelaarschap van de Heilige Vincentius, en het feit dat hij de patroonheilige van het dorp is, heeft hier dan ook mee te maken. Men zegt dat in 1684 de toenmalige proost van Vendrogno een beroemde schilder opdroeg om een schilderij van het Martelaarschap van de Heilige Vincentius te maken voor het oratorium van Inesio. Toen het schilderij in Bellano aangekomen was, kwam een groep jonge mannen uit Vendrogno om het schilderij op te halen maar, op de terugweg, begon het te sneeuwen. Eenmaal in Ombriaco besloten ze te stoppen, omdat het pad inmiddels onbegaanbaar was geworden, en het schilderij achter te laten in de kleine kerk opdat deze niet zou beschadigen, in de hoop dat ze de volgende dag hun tocht weer zouden kunnen hervatten. De volgende ochtend sneeuwde het nog steeds flink en het bleef sneeuwen ook de dagen erna, dus werd ook de tocht om het schilderij naar zijn bestemming te brengen, steeds maar weer uitgesteld. Iedere keer dat de jongens in Ombriaco kwamen om het schilderij op te halen, gebeurde er iets waardoor ze het niet over het bergpad konden vervoeren. De inwoners van Ombriaco waren er inmiddels van overtuigd dat dit het toedoen van de Heilige was, die namelijk ervoor had gekozen om in hun dorp te blijven en dus vroegen ze aan de proost van Vendrogno of het schilderij in hun kerk mocht blijven.

Ze kregen toestemming en zo werd San Vincenzo de beschermheilige van het dorp, samen met de Heiligen Bernardino en Sebastiano.

Het kleine kerkje werd gebouwd tussen 1450 en 1455 en onderging daarna een aantal wijzigingen in de zeventiende en de negentiende eeuw. De voorgevel is eenvoudig, met schuin dak, zonder enige versiering; in het midden een klein portaal met erboven drie openingen met serliana. Van binnen bestaat het uit een schip in barokke stijl, met het presbyterium en één altaar. Het altaarstuk in het midden beeldt “Onze-Lieve-Vrouw met Kind in glorie en de Heiligen Bernardino da Sieno en Sebastiano” af, daterend uit de zeventiende eeuw terwijl er op de muur van het presbyterium het schilderij het “Martelaarschap van de Heilige Vincentius”, uit dezelfde periode als het eerstgenoemde, is.

Beata Vergine Maria della Visitazione (Maria-Visitatie)

De kerk Beata Vergine Maria della Visitazione ligt in het dorpje Pennaso in gemeente Bellano, gedeeld met Portone in gemeente Perledo. De twee gemeentes zijn dan ook met elkaar verbonden door dit religieuze gebouw en de reden hiervoor is dat deze zich bevindt op de oude toegangsweg van de Valsassina, Val d’Esino en het Meer, via Bellano: het was dan ook nodig om die “portone” (oftewel poort) te passeren, en zo kreeg de plek zijn naam.

Het oratorium, van Romeinse oorsprong, maakte deel uit van het netwerk met uitkijktorens van het versterkte systeem van het Comomeer. Van buiten heeft het een rechthoekige gevel, die tegen een ander gebouw leunt, met een stenen poort die met vier treden verhoogd is geflankeerd door twee kleine vensters. Hierboven is er nog een venster, rechthoekig en groter, waarboven nog een opening is met meer verfijnde vormen. Van binnen is er een bescheiden collectie aan zeventiende-eeuwse schilderingen: op het altaarstuk met Onze-Lieve-Vrouw met Kind en Sant’Antonio da Padova, een ander doek met de Aanbidding der Wijzen, die erg lijkt op die geschilderd in 1609 door Giovanbattista Secchi voor de Kerk San Pietro in Gessate in Milaan. Interessant ook de doeken daterend uit 1676 die scènes met Maria afbeelden.

Het altaar komt, volgens de lokale inwoners, voort uit een belofte aan Onze-Lieve-Vrouw gemaakt door een reiziger die, dankzij haar tussenkomst, wist te ontsnappen aan de hinderlaag die een aantal bandieten hadden voorbereid om hem te overvallen in de nabijgelegen vallei.

Volgens de mondelinge overlevering bidden de inwoners van het gebied aan de Madonna van deze kerk opdat zij zorgt voor verfrissende regens gedurende de warmste maanden.

Sant’Andrea

De kerk van Sant’Andrea ligt in het dorpje Bonzeno. Het ligt bovenop een panoramische heuvel die uitkijkt over de vlakte van Coltogno en het meer; de kerk kan te voet bereikt worden via de trap waar ook de suggestieve kapellen van de Kruisweg (Via Crucis) aan liggen, die in 1907 werden gemaakt.

Er is niet veel bekend over deze kerk, maar het zou één van de oudste oratoria in de omgeving moeten zijn. De kerk stond er ongetwijfeld al in de dertiende eeuw zoals blijkt uit een aantekening in de Liber Notitiae Sanctorum Mediolani, en voor wat betreft de hernieuwde inwijding is het zeker dat deze op 2 november 1355 plaatsvond, waarschijnlijk na een aantal bouwkundige aanpassingen. Het lijkt erop dat er vier wijzigingen aan het complex werden uitgevoerd en dat deze betrekking hadden op het presbyterium en het schip in de zeventiende eeuw, het hoogaltaar van 1672 aangepast in 1869, de kapel van Onze-Lieve-Vrouw in 1653, die van Sant’Eurosia in 1683 en tot slot de bouw van de kleine klokkentoren in 1741 met de “Cappella del Crocifisso” een aantal jaar later.

De stijl van de kerk is barok, met een eenvoudige voorgevel, in contrast met de rijkdom van het interieur.

De voorgevel met zadeldak is zuiver wit waardoor hij goed te zien is vanaf de lager gelegen vlakte en het meer. Hij heeft een stenen portaal met erboven drie openingen met serliana. Binnenin de kerk is er een levensgroot kruis daterend uit de dertiende eeuw, met een door de rigor mortis verstijfd gezicht. Verder is er in de kerk een muurschildering waarop Onze-Lieve-Vrouw met Kind te zien is, daterend uit het begin van zestiende eeuw; de schilderingen die op de muur aan de linkerkant zaten, werden weggehaald in 1653 voor de bouw van de tweede kapel.

San Francesco da Paola

De kerk van San Francesco da Paola ligt in het dorpje Biosio. De kerk dateert uit de achttiende eeuw en werd gebouwd na een pastoraal bezoek van de bisschop van Como, Feliciano Niguarda, die ook een beschrijving geeft van het dorpje tijdens zijn bezoek. “item un miglio sopra Bellano vi è una villetta de fochi 4, senza chiesa, detta Bioggio”.

Het oratorium is gewijd aan de Heiligen Francesco da Paola en Filippo Neri, het bestaat uit een enkele zaal met verhoogd presbyterium en halfronde apsis waar een eenvoudig stenen altaar staat met erboven een altaarstuk met de Apparazione della Madonna (de Mariaverschijning) van Caravaggio.

De barokke balustrades van zwart en rood gespiegeld marmer zijn bijzonder.

Van buiten is het gebouw compact en aan de linkerkant zit een kleine klokkentoren. De voorgevel is niet versierd maar is wel bijzonder verfijnd: tripartiet door vier scheibogen en de buitenste vleugels buigen naar achteren waardoor het middelste gedeelte dynamischer is, met zijn portaal en grote raam met gebogen contouren en, daarboven, een bijzonder fronton met kronkelende vormen.

San Gregorio Magno

De kerk van San Gregoria Magno ligt in het dorpje Noceno. Deze kerk wordt al aan het einde van dertiende eeuw genoemd in de Liber Notitiae Sanctorum Mediolani door G. da Bussero en is een van de drie oudste kerken in Muggiasca.

Vanaf 1711 krijgt deze kerk de titel van parochie na het uiteenvallen van het territorium van de parochiekerk van Muggiasca en behoudt deze titel tot 1986, waarna de kerk weer terugkeert naar zijn oorspronkelijke afhankelijkheid als gevolg van de afnemende bevolking.

Het oorspronkelijke gebouw dateert uit de Middeleeuwen maar daar is door de verschillende wijzigingen en uitbreiding van 1736 tegenwoordig niks meer van te zien. Van binnen heeft de kerk één schip met een reeks fresco’s op de triomfboog van het presbyterium en vijftiende-eeuwse houten meubels, een waardevol doek met daarop San Gregorio Magno met San Lorenzo en San Luigi, een groot processiekruis uit de veertiende eeuw en een laatgotische kelk uit Aosta.

San Sebastiano

De kerk van San Sebastiano ligt in het dorpje Comasira. De oorspronkelijke lay-out dateert uit de eerste helft van de vijftiende eeuw zoals te zien is aan de architectonische vormen van het kleine portaal, aan het lage dak van de apsis met typisch tongewelf en de laatgotische fresco’s.

Het presbyterium heeft een reeks zestiende-eeuwse fresco’s met de Heiligen Sebastiano en Lorenzo die de fresco’s uit de voorgaande eeuw bedekken, die slechts behouden werden op de sacristie en hier en daar langs het schip en op de triomfboog.

Tijdens de werkzaamheden voor de verplaatsing van het altaar, werd binnenin het altaar een kostbaar relikwie ontdekt.

Het is het enige exemplaar op het grondgebied van Lecco, met binnenin een tinnen houder een glazen flesje en een gouden reliekhouder met gedamasceerde figuren van de kruisiging en van de Heiligen Nicola en Maurizio, daterend uit het einde van de twaalfde eeuw. Deze vondst doet vermoeden dat de bouw van de gotische kerk gefundeerd was op een eerder bestaande romaanse, die waarschijnlijk door een natuurramp verdween. Dit vermoeden wordt nog eens versterkt door de mondelinge overlevering die de geïsoleerde positie van de kerk verklaart, boven het dorp gelegen, omdat het bovenste gedeelte van het dorp verwoest zou zijn door een aardverschuiving.

San Antonio Abate

De kerk van San Antonio Abate ligt aan de uiterste rand van het bewoonde centrum van Vendrogno. Uit oude documenten blijkt dat de bouw begon in 1362 en werd uitgevoerd door de broers Antonio en Giulio da Fenile met toestemming van Giovanni Campazi, proost van Bellano.

Het gebouw heeft een zestiende-eeuws uiterlijk met wijzigingen die lijken te dateren uit de achttiende eeuw. Op het portaal is het jaar 1784 gegraveerd, wat waarschijnlijk verwijst naar een jaartal waarin belangrijke werkzaamheden werden uitgevoerd. De oorspronkelijke klokkengevel werd verwoest door bliksem in de jaren ‘20 van de vorige eeuw en op die plek staat nu een toren.

Vooral de fresco’s binnenin de kerk en op de gevel zijn bijzonder: op de gevel, aan de zijkanten van het portaal en beschadigd door de tand des tijds, kunnen nog steeds de figuren van Sant’Antonio en San Cristoforo herkend worden.

Boven de ingang daarentegen is Onze-Lieve-Vrouw en Kind in het Huis van Loreto vergezeld door de volgende inscriptie: “GIORGIO DE GILLI DE BRUCA ANNO FATTO FARE QUESTA MADONNA DE LORETO PER SUA DIVOZIONE DIE XXI APRILE MDLXVII”.

De fresco’s in de kerk dateren uit de zestiende eeuw en beelden de Afzetting (1567) en het leven van Jezus (1581) af op de rechter muur, op de muur voor het altaar is het Laatste Oordeel te zien om de gelovigen die de kerk verlaten na de mis, te herinneren aan het feit dat ze op het rechte pad moeten blijven om niet in de hel te belanden.

Santa Maria Maddalena

De kerk van Santa Maria Maddalena ligt in Inesio. De precieze geschiedenis van de kerk is niet bekend; een op de voorgevel geschilderd lint draagt echter het jaartal 1664, wat overeenkomt met de werkzaamheden voor de reconstructie, al weet men niet of de werkzaamheden betrekking hadden op het hele gebouw of slechts een deel ervan.

De kleine kerk ligt in het hart van het dorp en kijkt uit over het pleintje dat dienst doet als kruispunt voor de twee oude bergpaden die Bellano in verbinding stelden met de Valsassina en de alta Valvarrone.

De kerk is kort geleden gerestaureerd en van binnen staat er een mooi marmeren altaar met erboven een altaarstuk uit de zeventiende eeuw omlijst door stucwerk.

San Rocco

De kerk van San Rocco ligt in het dorpje Mosnico.

Waarschijnlijk werd de kerk gebouwd in de zestiende eeuw, in oostelijke richting ten opzichte van het bewoonde centrum; binnenin de kerk is er een bijzonder standbeeld van San Rocco, beschermheilige van reizigers en pelgrims, evenals oude prenten met daarop de Kruisweg (Via Crucis).

De sacristie heeft ingesneden meubels die dateren uit de zeventiende eeuw. De rustieke voorgevel is samengesteld uit niet-bewerkte stenen, met uitzondering van de stenen rondom het portaal, met een klokkengevel erboven.

San Giacomo

De kerk van San Giacomo ligt in het dorpje Sanico. De kerk bestond reeds in de dertiende eeuw, zoals blijkt uit de Liber Notitiae Sanctorum Mediolani, en het is een van de drie oudste kerken van Muggiasca gelegen aan de oostkant van het bewoonde centrum, aan het begin van het pad naar Mornico.

Het gebouw is uitgebreid in de tweede helft van 1753 en werd toen verlengd en verhoogd. In sommige papieren van het pastorale bezoek in 1569 worden de fresco’s beschreven waarmee de binnenmuren versierd waren met enkele scènes van de Passie en van de Wederopstanding van Christus en een verfijnd altaarstuk versierde het presbyterium.

In de sacristie was er een achttiende-eeuws portret van de zalige Nicolò Rusca, maar deze is in de loop der tijd verloren gegaan.

De voorgevel is eenvoudig en heeft een stenen portaal met daarboven een mixtilineair timpaan. Van binnen heeft de kerk één schip en twee kapellen aan de zijkanten, een altaar met mooi stucwerk, kostbare schilderingen, altaarstuk en houten standbeeld van San Giacomo uit de achttiende eeuw.

Vanaf 1719 vestigde de Broederschap van San Giacomo zich in de kerk waarvan de meeste aanhangers naar Venetië waren geëmigreerd.

San Bernardo

De kerk van San Bernardo ligt in het dorpje Mornico. Gezien de ligging van de kerk, buiten het bewoonde centrum zoals voorgeschreven door de bepalingen van San Carlo, kan worden aangenomen dat de kerk na de zestiende eeuw is opgericht.

Oorspronkelijk droeg hij de naam San Bassiano bisschop van Lodi en het jaar waarin de kerk gewijd werd aan San Bernardo abt van Chiaravalle, is niet bekend; zeker is dat dit vóór 1679 gebeurde, toen de inwoners opdracht gaven tot de uitbreiding van het oratorium dat toen reeds de nieuwe naam droeg.

De gewelven en de versieringen zijn typisch achttiende eeuws, al doet het gekruiste dak van het presbyterium denken dat het een aantal decennia eerder was. Het noemen waard zijn zeker de schilderingen waaronder een prachtig altaarstuk met daarop een gekruisigde Jezus in het gezelschap van Onze-Lieve-Vrouw, San Carlo en San Sebastiano.

Madonna della Neve

De kerk gewijd aan Madonna della Neve (Onze-Lieve-Vrouw van de Sneeuw), Sanctuarium van het Heilige Huis van Loreto, is voor de inwoners van Vendrogno gewoon “La Madonnina”. De kerk werd gebouwd in 1630 naar aanleiding van een belofte van de inwoners van Vendrogno, die bewaard bleven van de pest, en ligt op de “Zucco” tegenover het bewoonde centrum van het dorp, boven een oude kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw.

Het is een eenvoudige constructie, in barokke stijl, met van binnen één schip met presbyterium en twee kapellen aan de zijkant. De voorgevel is eenvoudig, van steen en met een stenen portaal met erboven drie openingen die doen denken aan een serliana.

Boven de zijingang zit een gedenksteen die herinnert aan de razzia van de nazi’s en de fascisten in juni 1944, toen alle inwoners van Vendrogno in de kerk werden opgesloten terwijl de militairen de huizen doorzochten op zoek naar partizanen.

Aan de zijkant van de kerk zit ook een Grot van Lourdes als herinnering aan de miraculeuze Emma Invernizzi: een vierentwintigjarige inwoonster van Vendrogno, zonder enige hoop op een normaal leven, werd naar Lourdes gebracht op een brancard en keerde genezen terug. In december 1932 heeft de President van het Bureau des Constatations de Lourdes erkend dat het een miraculeuze gebeurtenis betrof. Tot slot is er in de buurt van de ingang, een kolom als herinnering aan de belofte van de inwoners van Vendrogno die ontsnapt waren aan de pest.

In de kerk staat een houten standbeeld van Onze-Lieve-Vrouw en er zijn diverse schilderingen waaronder een Madonna del Latte (Onze-Lieve-Vrouw van Melk) met San Giuseppe, engel en donateur van de zeventiende eeuw. Het hoogaltaar is een originele en elegante compositie van marmer en stucwerk en wordt voorafgegaan door een indrukwekkende, ingesneden houten balk met daarboven een groot kruis.

San Grato ai Monti

De kleine kerk, gewijd aan San Grato bisschop van Aosta, staat helemaal alleen bovenop de gelijknamige heuvel die over het meer uitkijkt. De kerk, verbonden aan de legende van de kluizenaarsbroers van het Comomeer, maakt deel uit van het netwerk van uitkijktorens verspreid over de hellingen van de heuvels die uitkijken over het meer.

Het eerste gedocumenteerde bericht dateert uit 1679 toen de kerk uitgebreid werd door de architect Giorgio Vitale, afkomstig uit Muggiasca, en de volgende jaren werden de werkzaamheden op het altaar uitgevoerd. In 1692 wordt de sacristie toegevoegd, in 1707 de klokkengevel en in 1749, tot slot, een kleine aanbouw aan de achterkant voor de pelgrims die hier kwamen uit de omliggende gebieden om de Heilige te vragen om bescherming voor hun gewassen. In deze ruimtes is er, sinds 2000, een tentoonstelling gewijd aan het verzet in Muggiasca; vlakbij de ingang zit er ook een monument ter nagedachtenis van de Partizanen die vochten in de bergen.

In 1931, toen de binnenkant opnieuw werd gedaan door de schilder Paolo Vitali uit Bellano, werd een fresco ontdekt die getuigt van de oudheid van de kerk en die volledig gerestaureerd werd aan het begin van jaren negentig.

In het oratorium is nu een kopie van het houten standbeeld van San Grato te bewonderen, daterend uit de dertiende eeuw: het origineel, een bijzonder waardevol kunstwerk uit Aosta, is bewaard in de schat van de parochiekerk.

San Girolamo

De kerk van San Girolamo Emiliani ligt in de alm Camaggiore. Deze kerk ligt ver van het bewoonde centrum met een uniek uitzicht over Bellano en het Comomeer. Ook hier leeft de legende van de kluizenaarsbroers gezien het feit dat ook deze deel uitmaakte van het netwerk van uitkijktorens van Muggio.

De kerk werd gebouwd in 1893, op wens van de toenmalige priester van Noceno, op de plek waar een oude kapel stond die dateerde uit 1500. Hij is gewijd aan San Girolamo Emiliani, oprichter van de congregatie die de naam “Padri Somaschi” kreeg.

De kleine kerk werd in 2001 gerestaureerd en er staat een mooi houten standbeeld van San Girolamo en een schilderij dat geschonken werd door een in Brazilië geëmigreerde inwoner van Vendrogno.

Ieder jaar, op 20 juli, komen de gelovigen samen voor de misviering om zich te verzekeren van de bescherming van de Heilige tegen onweer en bliksem.

Chiesetta ai Caduti per la Patria

De Chiesetta ai Caduti per la Patria (Kerk voor de Gevallenen voor het Vaderland) staat in het dorpje Tedoldo. In 1919 werd een kleine, reeds bestaande kapel herbouwd en gewijd aan San Rocco. Het gebouw werd in 1923 uitgebreid en in hetzelfde jaar werd besloten om het te wijden aan Maria Hemelvaart.

Het huidige uiterlijk en de nieuwe wijding is te danken aan de aanpassingen uitgevoerd in 1976, zoals de gedenkplaten op de voorgevel ons vertellen.

Het oratorium ligt boven de alm en bestaat uit een zuilengang met dubbele boog die eigenlijk de gevel vormt, met uitzicht op de Alpen en het meer, en erboven een kleine klokkengevel. Erachter ligt een kleine ruimte, die de kerk vormt.

San Charbel

De kerk van San Charbel ligt in het dorpje Lornico. Het ligt op een zonnige plek, uit de wind en boven het bewoonde centrum.

De kerk, van recente bouw, werd in 2011 geopend en is gewijd aan de Libanese heilige. In de kerk is een fresco met daarop Onze-Lieve-Vrouw van de Tranen van Lezzeno, Santa Chiara en San Charbel. De structuur is eenvoudig en van buiten wordt de ingang voorafgegaan door een kleine zuilengang en op het dak zit een kleine klokkengevel.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief